In de parlementaire voorbereiding van artikel 89 van de programmawet van 9 juli 2004 wordt eveneens erop aangedrongen dat « bij een huiszoeking [er] voorondersteld wordt dat er belangrijke aanwijzingen bestaan dat er een overtreding werd begaan » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/001 en 51-1139/001, p. 52).
In den Vorarbeiten zu Artikel 89 des Programmgesetzes vom 9. Juli 2004 wird ebenfalls hervorgehoben, dass eine Haussuchung « das Bestehen ernsthafter Indizien für das Begehen einer Straftat voraussetzt » (Parl. Dok., Kammer, 2003-2004, DOC 51-1138/001 und 51-1139/001, S. 52).