3. stelt zich op het standpunt dat artikel 8, dat o
ver de gevolgen van bemiddeling voor de verjaringtermijnen handelt, een essentiële bepaling is omdat de partijen die voor bemiddeling kiezen om te pogen een geschil te sc
hikken, daarna niet wordt belet een gerechtelijke procedure aanhangig te maken door het verstrijken van verjaringstermijnen tijdens het bemiddelingsproces; constateert dat de lidstaten met betrekk
ing tot dit artikel geen specifieke probleme ...[+++]n hebben aangekaart;
3. vertritt die Auffassung, dass Artikel 8, der die Auswirkung der Mediation auf Verjährungsfristen regelt, eine wesentliche Vorschrift ist, da er dafür sorgt, dass die Parteien, die sich für eine Mediation entscheiden, um einen Streit beizulegen, danach nicht als Folge der in der Mediation verbrachten Zeit daran gehindert werden, einen Gerichtstermin zu erhalten; stellt fest, dass diesbezüglich offenbar von den Mitgliedstaaten keine speziellen Fragen aufgeworfen wurden;