57. merkt op dat het energiebesparingspotentieel, dat grotendeels bepaald wordt door de staat van het bestaande gebouwenbestand, niet gelijk verdeeld is over de lidstaten en de regio’s; vraagt de lidstaten hun definitie van "behoorlijke huisvesting" te verfijnen om rekening te houden met energie-efficiëntienormen;
57. stellt fest, dass das Energiesparpotenzial, das größtenteils vom Zustand des aktuellen Gebäudebestands abhängt, in den einzelnen Mitgliedstaaten und Regionen nicht gleich hoch ist; fordert die Mitgliedstaaten auf, ihre Bestimmung des Begriffs „menschenwürdiger Wohnraum“ um Standards in Bezug auf die Energieeffizienz zu erweitern;