2. Binnen negentig dagen na afloop van de in lid 1 van dit artikel bedoelde periode keurt de Autoriteit een conclusie goed waarin zij vermeldt of de werkzame stof naar verwachting beantwoordt aan de eisen van artikel 4 en waarom dit zo is, met vermelding van antwoorden op eventuele opmerkingen van het publiek , en deelt zij die mee aan de aanvrager, de lidstaten en de Commissie.
(2) Die Behörde trifft innerhalb von sechzig Tagen nach Abschluss der in Absatz 1 dieses Artikels vorgesehenen Frist eine angemessen begründete Entscheidung – in der auch auf sämtliche öffentliche Stellungnahmen Bezug genommen wird – darüber , ob der Wirkstoff voraussichtlich die Anforderungen des Artikels 4 erfüllt, und übermittelt diese dem Antragsteller, den Mitgliedstaaten und der Kommission.