Het vermoeden waarbij aan de uitzendkracht het statuut van werknemer wordt toegekend, strekt ertoe hem te beschermen door hem een volwaardige bescherming van de arbeidswetgeving te bieden (Parl. St., Kamer, 1974-1975, nr. 627/11, p. 5).
Die Annahme, durch die die Aushilfskraft das Statut als Arbeitnehmer erhält, soll sie schützen, indem ihr der gesamte Schutz gesichert wird, den die Arbeitsgesetzgebung gewährt (Parl. Dok., Kammer, 1974-1975, Nr. 627/11, S. 5).