1. Indien de moederonderneming van een instelling een instelling, een financiële holding of een gemengde financiële holding met hoofdkantoor in een derde land is en er op de instelling geen toezicht op ge
consolideerde basis wordt uitgeoefend overeenkomstig het bepaalde in artikel 106, verifiëren de bevoegde autoriteiten of de instelling onderworpen is aan door de bevoegde autoriteit van een derde land uitgeoefend toezicht op geconsolideerde basis dat gelijkwaardig is met dat geregeld bij de in de onderhavige richtlijn neergelegde beginselen en de vereisten van deel een, titel II, hoofdstuk 2, van Verordening [in te voegen door het Public
...[+++]atiebureau].
1. Unterliegt ein Institut, deren Muttergesellschaft ein Institut, eine Finanzholdinggesellschaft oder eine gemischte Finanzholdinggesellschaft mit Hauptsitz in einem Drittland ist, nicht der Beaufsichtigung auf konsolidierter Basis gemäß Artikel 106, so überprüfen die zuständigen Behörden, ob das Institut von der zuständigen Drittlandsbehörde auf konsolidierter Basis beaufsichtigt wird und diese Aufsicht den Grundsätzen dieser Richtlinie und den Anforderungen gemäß Teil I Titel II Kapitel 2 der Verordnung [vom Amt für Veröffentlichungen einzufügen] entspricht.