Wanneer de Commissie op basis van een advies van het WTECV en eventueel andere wetenschappelijke gegevens en na grondig overleg met de regionale adviesraad voor de pelagische bestanden constateert dat de in artikel 3, lid 2, artikel 4, leden 2 tot en met 5, en artikel 9 genoemde waarden voor de visserijsterftecoëfficiënten en de daaraan gerelateerde biomassaniveaus van het paaibestand niet langer geschikt zijn om de in artikel 3, lid 1, vastgestelde doelstelling te bereiken, stelt zij gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 9 bis vast waarbij nieuwe waarden voor deze coëfficiënten en niveaus worden vastgesteld.
Wenn die Kommission – auf der Grundlage von Gutachten des STECF und gegebenenfalls anderer wissenschaftlicher Daten und nach umfassender Konsultation des Regionalbeirats „Pelagische Arten“ zu dem Schluss kommt, dass die Werte für die fischereiliche Sterblichkeit und die entsprechenden Niveaus der Biomasse des Laicherbestands gemäß Artikel 3 Absatz 2, Artikel 4 Absätze 2 bis 5 und Artikel 9 nicht länger geeignet sind, um das in Artikel 3 Absatz 1 festgelegte Ziel zu erreichen, erlässt sie delegierte Rechtsakte gemäß Artikel 9a, mit denen neue Werte für diese Niveaus festgelegt werden.