Behoudens indien men aan het Hof een niet bij de wet van 6 januari 1989 voorgeschreven recht erkent om, in zekere zin op impliciete wijze, nieuwe bepalingen te vernietigen die vroegere bepalingen wijzigen, die niet op geldige wijze voor het Hof worden aangevochten, die
nt men ervan uit te gaan dat de verzoekende partijen, door de bepalingen van de artikelen 54 en 55, § 2, van de wet van 2 janua
ri 2001 niet aan te vechten, niet meer doen blijken van het zeker en actueel belang dat wordt geëist bij artikel 2 van de bijzondere wet van 6 j
...[+++]anuari 1989 om de bepalingen van artikel 8 van de wet van 24 december 1999 aan te vechten.
Ausser, wenn man dem Hof ein nicht im Gesetz vom 6. Januar 1989 vorgesehenes Recht auf Nichtigerklärung, gewissermassen implizit, der vor ihm nicht rechtsgültig angefochtenen neuen Bestimmungen zur Abänderung der vorherigen Bestimmungen zuerkennen wolle, müsse man feststellen, dass die klagenden Parteien, indem sie die Bestimmungen der Artikel 54 und 55 § 2 des Gesetzes vom 2. Januar 2001 nicht anföchten, nicht mehr das sichere und aktuelle Interesse nachwiesen, das Artikel 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 vorschreibe, um die Bestimmungen von Artikel 8 des Gesetzes vom 24. Dezember 1999 anzufechten.