Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «zaak bestreden bepaling » (Néerlandais → Allemand) :

De verzoekende partijen in de zaak nr. 6465 voeren aan dat het bestreden artikel 110 van de wet van 26 december 2015 de artikelen 12 en 14 van de Grondwet en artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, schendt, omdat het bestreden artikel onduidelijk en onvoorzienbaar zou zijn en rechtsonzekerheid teweeg zou brengen voor diegenen op wie de bestreden bepaling van toepassing is, ...[+++]

Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6465 führen an, dass der angefochtene Artikel 110 des Gesetzes vom 26. Dezember 2015 gegen die Artikel 12 und 14 der Verfassung und Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, verstoße, weil der angefochtene Artikel undeutlich und unvorhersehbar sei und zu Rechtsunsicherheit führe für diejenigen, auf die die angefochtene Bestimmung Anwendung finde, insbesondere für Ärzte und medizinische Einrichtungen, die ästhetische Behandlungen ausführten.


Bij artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015, de enige bestreden bepaling in die zaak, wordt artikel 26 van de wet van 19 december 2014 vervangen, dat regels bevat met betrekking tot de « overgang van een intercommunale [...] naar de vennootschapsbelasting » en dat onder meer van toepassing is op de intercommunales die, vóór de opheffing van artikel 180, 1°, van het WIB 1992 bij artikel 17 van de wet van 19 december 2014, aan de rechtspersonenbelasting onderworpen waren en die, na die opheffing, aan de vennootschapsbelasting onderworpen zijn.

Durch Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015, die einzige angefochtene Bestimmung in dieser Rechtssache, wird Artikel 26 des Gesetzes vom 19. Dezember 2014 ersetzt, der Regeln über den « Übergang einer Interkommunalen [...] zur Gesellschaftssteuer » enthält und unter anderem auf die Interkommunalen Anwendung findet, die vor der Aufhebung von Artikel 180 Nr. 1 des EStGB 1992 durch Artikel 17 des Gesetzes vom 19. Dezember 2014 der Steuer der juristischen Personen unterlagen und die infolge dieser Aufhebung der Gesellschaftssteuer unterliegen.


Volgens de parlementaire voorbereiding van de bestreden bepaling « ontaardt [die mogelijkheid] vaak in een proces tijdens het proces, waardoor de rechtsplegingen, tijdens dewelke dezelfde vragen opnieuw worden gesteld in een andere vorm of door een andere partij, bovenmatig worden verlengd nog vóór het vonnis ten gronde wordt gewezen in de zaak » (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1418/005, p. 19).

Gemäß den Vorarbeiten zu der angefochtenen Bestimmung « artet diese Möglichkeit oft in einen Prozess während des Prozesses aus, so dass die Verfahren, in deren Verlauf die gleichen Fragen erneut in einer anderen Form oder durch eine andere Partei gestellt werden, übermäßig verlängert werden, noch bevor in der Rechtssache das Urteil zur Sache gefällt wird » (Parl. Dok., Kammer, 2015-2016, DOC 54-1418/005, S. 19).


- de grief met betrekking tot de bestaanbaarheid van de bestreden bepaling met de artikelen 10, 11en 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (de zogenaamde « Brussel Ibis-Verordening ») (eerste middel, derde onderdeel, in de zaak nr. 6372);

- der Beschwerdegrund bezüglich der Vereinbarkeit der angefochtenen Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung in Verbindung mit der Verordnung (EU) Nr. 1215/2012 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 12. Dezember 2012 über die gerichtliche Zuständigkeit und die Anerkennung und Vollstreckung von Entscheidungen in Zivil- und Handelssachen (die so genannte « Brüssel-Ia-Verordnung ») (erster Klagegrund, dritter Teil in der Rechtssache Nr. 6372);


In het eerste middel in de zaak nr. 5741 en het eerste middel, eerste onderdeel ervan, in de zaak nr. 5825 voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepaling het recht op toegang tot een rechter, dat moet worden gewaarborgd met inachtneming van het recht op een eerlijk proces, schendt, alsook het recht op de bijstand van de advocaat, dat de verplichting impliceert om de rechtsbijstand te organiseren om het daadwerkelijke recht op de bijstand van een advocaat wanneer die noodzakelijk is, te waarborgen.

Im ersten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 5741 und im ersten Teil des ersten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 5825 führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtene Bestimmung gegen das Recht auf Zugang zu einem Richter verstoße, das unter Einhaltung des Rechtes auf ein faires Verfahren gewährleistet werden müsse, und gegen das Recht auf Beistand durch einen Rechtsanwalt, das die Verpflichtung beinhalte, den rechtlichen Beistand zu organisieren, um die Effizienz des Rechts auf Beistand durch einen Rechtsanwalt, wenn diese notwendig sei, zu gewährleisten.


De verzoekende partij in de zaak nr. 6053 voert in een eerste middel aan dat de bestreden bepaling een verschil in behandeling teweegbrengt dat strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, alsook met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 6053 führt in einem ersten Klagegrund an, dass die angefochtene Bestimmung zu einem Behandlungsunterschied führe, der im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung sowie zu Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention stehe.


De door de verzoekende partij in de zaak nr. 6098 in haar memorie van antwoord gevraagde uitbreiding van het beroep tot een bepaling die in het verzoekschrift niet wordt bestreden, is evenmin ontvankelijk.

Die durch die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 6098 in ihrem Erwiderungsschriftsatz beantragte Erweiterung der Klage auf eine Bestimmung, die in der Klageschrift nicht angefochten wird, ist ebenfalls nicht zulässig.


In het enige middel in de zaak nr. 4361 en in het vierde onderdeel van het enige middel in de zaak nr. 4356 voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zou schenden doordat, in geval van een aansluiting bij een dienst « dagvergoedingen », die bepaling de ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen verbiedt bij het bepalen van de bijdragen rekening te houden met reeds bestaande ziekten en aandoeningen, terwijl een dergelijk verbod niet z ...[+++]

Im einzigen Klagegrund in der Rechtssache Nr. 4361 und im vierten Teil des einzigen Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 4356 führen die klagenden Parteien an, die angefochtene Bestimmung verstosse gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem im Falle eines Anschlusses bei einem Dienst « Tagegeld » diese Bestimmung es den Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbänden verbiete, bei der Festlegung der Beiträge bereits bestehende Krankheiten und Leiden zu berücksichtigen, während ein solches Verbot nicht für Versicherungsgesellschaften gelte.


Vermits de in de eerste zaak bestreden bepaling vervangen werd bij het op 10 januari 2005 in werking getreden artikel 21 van de wet van 27 december 2004 houdende diverse bepalingen (dat het voorwerp uitmaakt van de tweede zaak), zou het op 10 februari 2005 ingediende beroep in de eerste zaak zonder voorwerp zijn, behoudens wanneer artikel 21 van de wet van 27 december 2004 zou worden vernietigd.

Da die in der ersten Rechtssache angefochtene Bestimmung durch den am 10. Januar 2005 in Kraft getretenen Artikel 21 des Gesetzes vom 27. Dezember 2004 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (Gegenstand der zweiten Rechtssache) ersetzt worden sei, sei die am 10. Februar 2005 eingereichte Klage in der ersten Rechtssache gegenstandslos, ausser wenn Artikel 21 des Gesetzes vom 27. Dezember 2004 für nichtig erklärt würde.


De bestreden bepaling neemt grotendeels de bepaling inzake het kooprecht voor huurders over die in de Vlaamse Wooncode werd ingevoegd bij artikel 3 van het decreet van 15 juli 2005 tot wijziging van het decreet van 15 juli 1997 « houdende de Vlaamse Wooncode met betrekking tot het kooprecht van sociale huurders » en die door de verzoekers is bestreden in de zaak nr. 3938 (artikel 45bis ).

Die angefochtene Bestimmung übernimmt grösstenteils die Bestimmung bezüglich des Kaufrechts für Mieter, die durch Artikel 3 des Dekrets vom 15. Juli 2005 zur Abänderung des Dekrets vom 15. Juli 1997 « zur Festlegung des flämischen Wohngesetzbuches bezüglich des Kaufrechts der Sozialmieter » in das flämische Wohngesetzbuch eingefügt und von den Klägern in der Rechtssache Nr. 3938 angefochten wurde (Artikel 45bis ).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zaak bestreden bepaling' ->

Date index: 2022-05-29
w