Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «zaak c-303 98 betreffende » (Néerlandais → Allemand) :

In hun eerste middel voeren de verzoekende partijen in de zaak nr. 6274 de schending aan, door de bestreden bepaling, van artikel 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met, onder meer, artikel 6 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 28 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met artikel 4 van het Verdrag nr. 98 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) betreffende de toepassing van de grondbeginselen van het recht van or ...[+++]

In ihrem ersten Klagegrund führen die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6274 einen Verstoß durch die angefochtene Bestimmung gegen Artikel 23 der Verfassung in Verbindung mit unter anderem Artikel 6 der revidierten Europäischen Sozialcharta, mit Artikel 11 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 28 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union und mit Artikel 4 des Übereinkommens Nr. 98 der Internationalen Arbeitsorganisation (IAO) über die Anwendung der Grundsätze des Vereinigungsrechts und des Rechtes zu Kollektivverhandlungen an.


Het Hof onderzoekt de middelen in de onderstaande volgorde : Ten aanzien van de ontvankelijkheid (B.2-B.7) : - Wat de bevoegdheid van het Hof betreft (B.3-B.5); - Wat de uiteenzetting van de middelen en de grieven betreft (B.6-B.7); Ten gronde (B.8-B.63) : - Wat het hoorrecht betreft (zaak nr. 6187) (B.8-B.24) : 1. Het hoorrecht in eerste en laatste administratieve aanleg (B.11-B.19); a) De artikelen 10 en 11 van de Grondwet (B.13-B.14); b) Artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 9 van het Verdrag van Aarhus (B.15-B.19); 2. De opheffing van hoofdstuk VII (artikelen 4.7.1 tot 4.7.26/1) van d ...[+++]

Der Gerichtshof prüft die Klagegründe in der nachstehenden Reihenfolge: In Bezug auf die Zulässigkeit (B.2-B.7): - In Bezug auf die Zuständigkeit des Gerichtshofes (B.3-B.5); - In Bezug auf die Darlegung der Klage- und Beschwerdegründe (B.6-B.7); Zur Hauptsache (B.8-B.63): - In Bezug auf das Anhörungsrecht (Rechtssache Nr. 6187) (B.8-B.24): 1. Das Anhörungsrecht in erster und letzter Verwaltungsinstanz (B.11-B.19); a) Die Artikel 10 und 11 der Verfassung (B.13-B.14); b) Artikel 23 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 3 und 9 des Aarhus-Übereinkommens (B.15-B.19); 2. Die Aufhebung von Kapitel VII (Artikel 4.7.1 bis 4.7.26/1) des Flämischen Raumordnungskodex (Artikel 336 des Dekrets über die Umgebungsgenehmigung) ...[+++]


3. is ingenomen met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 17 juli 2008 in zaak C-303/06 betreffende verzorgers die op grond van hun band met een gehandicapte worden gediscrimineerd; verzoekt de Commissie en de lidstaten passende maatregelen te nemen om verzorgers tegen dergelijke discriminatie bij de toegang tot de arbeidsmarkt te beschermen en moedigt de lidstaten aan de nodige stappen te ondernemen om de naleving van het arrest van het Hof te waarborgen;

3. begrüßt das Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Gemeinschaften vom 17. Juli 2008 in der Rechtssache C-303/06 betreffend Pflegepersonen, die von Diskriminierung aufgrund einer Beziehung betroffen sind; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, angemessene Maßnahmen zu treffen um sicherzustellen, dass Pflegepersonen vor solcher Diskriminierung beim Zugang zum Arbeitsmarkt geschützt werden, und die Mitgliedstaaten zu bestärken, die erforderlichen Maßnahmen zu ergreifen, damit dem Urteil des Gerichtshofs Folge geleistet wird;


3. is ingenomen met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 17 juli 2008 in zaak C-303/06 betreffende verzorgers die op grond van hun band met een gehandicapte worden gediscrimineerd; verzoekt de Commissie en de lidstaten passende maatregelen te nemen om verzorgers tegen dergelijke discriminatie bij de toegang tot de arbeidsmarkt te beschermen en moedigt de lidstaten aan de nodige stappen te ondernemen om de naleving van het arrest van het Hof te waarborgen;

3. begrüßt das Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Gemeinschaften vom 17. Juli 2008 in der Rechtssache C-303/06 betreffend Pflegepersonen, die von Diskriminierung aufgrund einer Beziehung betroffen sind; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, angemessene Maßnahmen zu treffen um sicherzustellen, dass Pflegepersonen vor solcher Diskriminierung beim Zugang zum Arbeitsmarkt geschützt werden, und die Mitgliedstaaten zu bestärken, die erforderlichen Maßnahmen zu ergreifen, damit dem Urteil des Gerichtshofs Folge geleistet wird;


13. verzoekt de Commissie om in het licht van het arrest van het Europees Hof van Justitie van 17 juli 2008 in zaak C-303/06 betreffende verzorgers die op grond van hun band met een gehandicapte worden gediscrimineerd, passende maatregelen te nemen om verzorgers voor dergelijke discriminatie te beschermen en de lidstaten aan te moedigen de nodige stappen te ondernemen om de eerbiediging van het arrest van het Hof te waarborgen;

13. fordert die Kommission im Lichte des EuGH-Urteils in der Rechtssache C-303/06 vom 17. Juli 2008, in dem es um Pfleger geht, die aufgrund ihrer Beziehung zu einem Menschen mit Behinderung Diskriminierung erfahren, angemessene Maßnahmen zu ergreifen, um sicherzustellen, dass Pfleger vor Diskriminierung geschützt werden, und die Mitgliedstaaten zu ermuntern, der erforderlichen Schritte zu unternehmen, um sicherzustellen, dass dem Urteil des Gerichtshofs entsprochen wird;


In dit verband zij erop gewezen dat Advocaat-generaal Ruiz-Jarabo Colomer, in zijn advies van 12 september 2006 in Zaak C-303/05 Advocaten voor de Wereld v. Leden van de Ministerraad, van oordeel was dat het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel een harmoniserende bepaling was om reden dat “Arrestatiebevelen vast geworteld [zijn] in het strafprocesrecht van de lidstaten en het kaderbesluit daaraan in bepaalde omstandigheden en onder bepaalde voorwaarden grensoverschrijdende we ...[+++]

In diesem Zusammenhang sei darauf hingewiesen, dass Generalanwalt Ruiz-Jarabo Colomer in seiner Stellungnahme vom 12. September 2006 in der Rechtssache C-303/05 Advocaten voor de Wereld v. Leden van de Ministerraad die Auffassung vertreten hat, der Rahmenbeschluss über den Europäischen Haftbefehl stelle eine Quelle der Rechtsangleichung dar, weil „Haftbefehle .in den nationalen Strafprozessordnungen eine lange Tradition [haben], und der Rahmenbeschluss . ihnen unter bestimmten Umständen und Voraussetzungen Rechtswirkungen über die Grenzen hinaus [verleiht]; hierzu bedarf es der Übereinstimmung zwischen den einzelstaatlichen Regelungen“ ...[+++]


(15) Richtlijn 98/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van reclame en sponsoring voor tabaksproducten is door het Hof van Justitie bij een arrest in zaak C-376/98, Duitsland/Europees Parlement en Raad nietig verklaard.

(15) Die Richtlinie 98/43/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 6. Juli 1998 zur Angleichung der Rechts- und Verwaltungsvorschriften der Mitgliedstaaten über Werbung und Sponsoring zugunsten von Tabakerzeugnissen ist durch das Urteil des Gerichtshofes vom 5. Oktober 2000 in der Rechtssache C-376/98, Deutschland/ Parlament und Rat, für nichtig erklärt worden.


Voorts heeft het Hof van Justitie in zijn arrest van 28 oktober 1998 (Zaak Pro Sieben Media AG, C-6/98) betreffende de beperking van reclamezendtijd voor recht verklaard dat artikel 11, lid 3, aldus moet worden uitgelegd dat het het brutobeginsel voorschrijft zodat voor de berekening van het toegestane aantal onderbrekingen voor reclame dat tijdens een periode van 45 minuten kan worden ingevoegd in de uitzending van audiovisuele producties, zoals bioscoopfilms en televisiefilms, de reclametijd in deze periode moet worden meegerekend.

Ferner hat der Gerichtshof in seinem Urteil vom 28. Oktober 1998 (Rechtssache C-6/98, Pro Sieben Media AG) bezüglich der Beschränkung von Werbezeiten entschieden, dass Artikel 11 Absatz 3 der Richtlinie dahingehend auszulegen sei, dass das Bruttoprinzip zur Anwendung kommt. Bei der Berechnung des 45 Minuten-Zeitraums zum Zweck der Festlegung der zulässigen Zahl von Werbeunterbrechungen bei der Übertragung audiovisueller Werke wie Kinospielfilme und Fernsehfilme sei also die Werbedauer in den genannten Zeitraum einzubeziehen.


[20] Arrest van het Hof van Justitie van 3 oktober 2000 in zaak C-303/98, betreffende een verzoek aan het Hof van het Tribunal Superior de Justicia de la Comunidad Valenciana (Spanje) in het aldaar aanhangige geding tussen Sindicato de Médicos de Asistencia Pública (SIMAP) en Conselleria de Sanidad y Consumo de la Generalidad Valenciana, Jurispr. 2000, blz. I-07963

[20] Urteil des Gerichtshofs vom 3. Oktober 2000 in der Rechtssache C-303/98, Ersuchen des Tribunal Superior de Justicia de la Comunidad Valenciana (Spanien) in der Rechtssache Sindicato de Médicos de Asistencia Pública (Simap) gegen Conselleria de Sanidad y Consumo de la Generalidad Valenciana, Sammlung der Rechtsprechung 2000, S. I-07963.


[10] In zijn arrest in de zaak SIMAP (303/98),oordeelde het Europese Hof van Justitie dat arbeid zoals die van artsen die werkzaam zijn in diensten voor spoedeisende medische zorg binnen het toepassingsgebied van de Arbeidstijdrichtlijn valt.

[10] Mit seinem Urteil in der Rechtssache 303/98 (SIMAP) erkannte der Europäische Gerichtshof für Recht, dass Tätigkeiten wie der notärztliche Dienst unter den Anwendungsbereich der Arbeitszeitrichtlinie fallen.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zaak c-303 98 betreffende' ->

Date index: 2021-11-20
w