Traduction de «zaak c-475 2003 betreffende » (Néerlandais → Allemand) :

[6] Gepland resultaat volgens het verslag van maart 2003 betreffende overheidstekorten en schuldratio's in overeenstemming met Verordening (EG) 3605/93 van de Raad, als gewijzigd bij Verordening (EG) 475/2000) van de Raad.
[6] Geplante Ergebnisse gemäß dem im März 2003 erstatteten Bericht über das Haushaltsdefizit und den Schuldenstand im Sinne der Verordnung (EG) Nr. 3605/93 des Rates, geändert durch die Verordnung (EG) Nr. 475/2000 des Rates.

[102] Artikel 51, lid 1, van het Handvest van de grondrechten; zaak C-540/03, Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie, 27 juni 2006, punt 105; zie ook zaken C-402/05 P en C-415/05 P, Kadi and Al Barakaat, 3 september 2008; Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende de toepassing van Richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging (COM(2008) 610 definitief).
[102] Artikel 51 Absatz 1 der Grundrechtecharta; Rechtssache C-540/03, Europäisches Parlament gegen Rat der Europäischen Union, 27. Juni 2006, Randnr. 105. Siehe auch die Rechtssachen C-402/05 P und C-415/05 P, Kadi und Al Barakaat, September 2008. Bericht der Kommission an das Europäische Parlament und an den Rat über die Anwendung der Richtlinie 2003/86/EG des Rates betreffend das Recht auf Familienzusammenführung, KOM(2008) 610 endgültig.

Moet artikel 12, lid 2, onder c, van richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming (1) aldus worden uitgelegd dat deze bepaling, voor de toepasselijkheid van de uitsluitingsgrond waarin zij voorziet, vereist dat de asielzoeker is veroordeeld wegens een van de terroristische misdrijven als bedoeld in artikel 1, lid 1, van kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (2), dat in België is omgezet door de wet van 19 december 2003 betreffende terroristische misdrijven?
Ist Art. 12 Abs. 2 Buchst. c der Richtlinie 2004/83/EG des Rates vom 29. April 2004 über Mindestnormen für die Anerkennung und den Status von Drittstaatsangehörigen oder Staatenlosen als Flüchtlinge oder als Personen, die anderweitig internationalen Schutz benötigen, und über den Inhalt des zu gewährenden Schutzes (1) dahin auszulegen, dass eine Anwendung der dort vorgesehenen Ausschlussklausel notwendigerweise voraussetzt, dass der Asylbewerber wegen einer der in Art. 1 Abs. 1 des Rahmenbeschlusses 2002/475/JI des Rates vom 13. Juni 2002 zur Terrorismusbekämpfung (2), der in Belgien mit dem Gesetz vom 19. Dezember 2003 über terroristische Straftaten umgesetzt wurde, vorgesehenen terroristischen Straftaten verurteilt worden ist?

Bij brief van 10 november 2005, die op 15 november 2005 bij de Commissie werd ingeschreven, verzochten de Italiaanse autoriteiten de Commissie de procedure op te schorten in afwachting van het arrest van het Hof van Justitie in de zaak C-475/2003 betreffende de verenigbaarheid van de belasting over productieactiviteiten (imposta regionale sulle attività produttive — IRAP) met artikel 33, lid 1, van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (3).
Mit Schreiben vom 10. November 2005, das bei der Kommission am 15. November 2005 registriert wurde, ersuchten die italienischen Behörden die Kommission, das Verfahren bis zum Erlass des Urteils des Gerichtshofes in der folgenden Rechtssache auszusetzen: C-475/2003 betreffend die Vereinbarkeit der regionalen Steuer auf Produktionstätigkeiten („imposta regionale sulle attività produttive“, im Folgenden IRAP) mit Artikel 33 Absatz 1 der Sechsten Richtlinie 77/388/EWG des Rates vom 17. Mai 1977 zur Harmonisierung der Rechtsvorschriften der Mitgliedstaaten über die Umsatzsteuern — Gemeinsames Mehrwertsteuersystem: einheitliche steuerpflichtige Bemessungsgrundlage (3).

De zaak komt voort uit een goedkeuringsbeschikking van de Commissie uit 2003 betreffende een aangemelde regeling volgens welke de Belgische overheid via gesubsidieerde diensten steun aan landbouwbedrijven zou verlenen ter dekking van alle kosten die zijn verbonden aan het afvoeren, opslaan, verwerken en vernietigen van kadavers.
Der Fall geht auf eine Entscheidung der Kommission von 2003 über die Genehmigung einer staatlichen Beihilfe zurück. Es handelte sich dabei um eine von den belgischen Behörden angemeldete Regelung, nach der der belgische Staat landwirtschaftlichen Betrieben über bezuschusste Dienstleistungen eine Beihilfe zur Deckung sämtlicher Kosten der Abholung, Lagerung, Verarbeitung sowie Beseitigung von Falltieren gewähren würde.

Op 16 januari 2003 oordeelde het Hof van Justitie dat Nederland niet de noodzakelijke maatregelen heeft genomen om artikel 11 en 22, lid 1, van de richtlijn betreffende dierproeven (Zaak C-2001/205) correct om te zetten in nationale wetgeving.
Der Gerichtshof urteilte am 16. Januar 2003, dass die Niederlande nicht die für die ordnungsgemäße Umsetzung der Artikel 11 und 22 Absatz 1 der Tierversuchsrichtlinie erforderlichen Maßnahmen getroffen hatten (Rechtssache C-2001/205).

[6] Arrest van het Hof van Justitie van 9 oktober 2003 in zaak C-151/02, betreffende een verzoek aan het Hof van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland) in het aldaar aanhangige geding tussen Landeshauptstadt Kiel en Norbert Jaeger, nog niet gepubliceerd
[6] Urteil des Gerichtshofs vom 9. Oktober 2003 in der Rechtssache C-151/02, Ersuchen des Landesarbeitsgerichts Schleswig-Holstein (Deutschland) im Rahmen des bei diesem anhängigen Rechtsstreits Landeshauptstadt Kiel gegen Norbert Jaeger, noch nicht veröffentlicht.

[22] Arrest van het Hof van Justitie van 9 oktober 2003 in zaak C-151/02, betreffende een verzoek aan het Hof van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland) in het aldaar aanhangige geding tussen Landeshauptstadt Kiel en Norbert Jaeger, nog niet gepubliceerd
[22] Urteil des Gerichtshofs vom 9. Oktober 2003 in der Rechtssache C-151/02, Ersuchen des Landesarbeitsgerichts Schleswig-Holstein (Deutschland) im Rahmen des bei diesem anhängigen Rechtsstreits Landeshauptstadt Kiel gegen Norbert Jaeger, noch nicht veröffentlicht.

De Raad is door de Duitse delegatie geïnformeerd over de maatregelen die nodig zijn om uitvoering te geven aan het recente arrest van het Europees Hof van Justitie in zaak C-113/10 houdende nietig­verklaring van Verordening (EG) nr. 1193/2009 van de Commissie betreffende het niveau van de productieheffingen op suiker voor de verkoopseizoenen 2002/2003 tot en met 2005/2006, en om de bedragen, vermeerderd met rente, terug te betalen.
Die deutsche Delegation informierte den Rat über die Notwendigkeit, Maßnahmen zur Umsetzung des jüngsten Urteils des Europäischen Gerichtshofs in der Rechtssache C-113/10, mit dem die Verordnung (EG) Nr. 1193/2009 der Kommission zur Festsetzung der Produktionsabgaben im Zuckersektor für die Wirtschaftsjahre 2002/2003 bis 2005/2006 für nichtig erklärt wurde, zu ergreifen und die Beträge mit den entsprechenden Zinsen zu erstatten.