In C-431/92 (de zaak Grosskrotzenburg) en C-72/95 (de zaak Kraaijeveld) ging het EHvJ ook in op wijzigingen of uitbreidingen van projecten en oordeelde dat wijzigingen of uitbreidingen van bestaande projecten aan een m.e.r. moesten worden onderworpen als ze door hun omvang of schaal of andere factoren onder de m.e.r.-plicht voor een nieuw project van dat type zouden vallen.
In den Rechtssachen C-431/92 Großkrotzenburg und C-72/95 Niederländische Deiche befasste sich der EuGH auch mit der Änderung und Erweiterung von Projekten und entschied, dass Ergänzungen und Erweiterungen der UVP zu unterziehen sind, sofern Größe bzw. Umfang oder andere Faktoren den UVP-Anforderungen an neue Projekte dieser Art entsprechen.