Bij beschikking van 6 juni 2002 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 27 juni 2002, na de partijen te hebben verzocht zich ter terechtzitting nader te verklaren over de volgende vraag : « Wordt, bij de berekening van de hoeveelheid koolstofdioxide die wordt uitgestoten door een hybridisch productieprocédé - zoals de verbranding van afvalstoffen -, het gedeelte koolstofdioxide dat door de verbranding van het bio
logisch afbreekbare organische gedeelte van afvalstoffen wordt aangemaakt, voor de toepassing van artikel 2, 5°, van het decreet afgetrokken van de totale hoeveelheid uitgestoten k
...[+++]oolstofdioxide ?Durch Anordnung vom 6. Juni 2002 hat der Hof die Rechtssache für verhandlungsreif erklärt und den Sitzungstermin auf den 27. Juni 2002 anberaumt, nachdem die Parteien aufgefordert wurden, sich auf der Sitzung zu folgender Frage zu äussern: « Wird bei der Ermittlung der durch ein hybrides Erzeugungsverfahren - wie bei der Verbrennung von Abfällen - ausgestossenen Kohlendioxidmenge der durch die Verbrennung des biologisch abbaubaren organischen Anteils der Abfälle erzeugte Kohlendioxidanteil für die Anwendung von Artikel 2 5° des Dekrets mit dem gesamten Kohlendioxidausstoss verrechnet?