Ten slotte benadrukt de Autoriteit dat in de zeer weinige zaken waar het Hof van Justitie — in verschillende situaties — een quid pro quo argument heeft aanvaard, er altijd de voorafgaande voorwaarde was dat het compensatiemechanisme vooraf op een duidelijk afgebakende, objectieve en transparante wijze was bepaald (en niet achteraf) (54).
Und schließlich betont die Überwachungsbehörde, dass in den sehr wenigen Fällen, in denen der Gerichtshof – in unterschiedlichen Situationen — eine Quid-pro-quo-Argumentation anerkannt hat, grundsätzlich die Bedingung galt, dass der Ausgleichsmechanismus zuvor (und nicht ex post facto) in klar definierter, objektiver und transparenter Weise festgelegt wurde (54).