2.14 De nationale parlementen zouden geregeld overleg moeten gaan voeren met vertegenwoordigers van lokale en regionale overheden, die met de verschillende kwesties vertrouwd zijn en, wat de naleving van het subsidiariteitsbeginsel betreft, met de gevolgen van besluiten te maken krijgen.
2.14 fordert die nationalen Parlamente auf, einen regelmäßigen und funktionierenden Dialog mit Vertretern der lokalen und regionalen Ebene, die mit der Vielfalt vertraut sind und für die Auswirkungen der Überwachung der Einhaltung des Subsidiaritätsprinzips verantwortlich sein werden, aufzubauen;