22. benadrukt in dit opzicht, zoals in het geval van Oekraïne, hoe belangrijk het is dat de Raad onmiddellijk actie onderneemt, onder meer door middel van grotere diplomatieke druk en individuele, gerichte maatregelen, reisverboden en bevriezing van tegoeden en eigendom gericht op ambtenaren, wetgevers en hun geldschieters die verantwoordelijk zijn voor schendingen van de mensenrechten, en dat er meer inspanningen worden gedaan om een einde te maken aan het witwassen van geld en belastingontduiking door bedrijven en zakenlieden uit het betrokken land via Europese banken;
22. betont in diesem Zusammenhang, dass der Rat – wie im Fall der Ukraine – umgehend Maßnahmen ergreifen muss, wozu auch ein erhöhter diplomatischer Druck und gezielte personenbezogene Maßnahmen und Sanktionen wie Reisebeschränkungen und das Einfrieren von Vermögenswerten und Eigentum gegen für die Menschenrechtsverletzungen verantwortliche Amtsträger, Parlamentarier und ihre Geldgeber aus der Wirtschaft gehören, und dass der Rat außerdem die Bemühungen um eine Beendigung von Geldwäsche und Steuerhinterziehung durch Unternehmen und Geschäftsleute des betreffenden Landes bei europäischen Banken verstärken muss;