I. overwegende dat artikel 341 van het VWEU en Protocol nr. 6 bij de Verdragen voorschrijven dat de zetel van de instellingen van de Europese Unie bij eenparigheid van stemmen door de lidstaten wordt vastgesteld, dat het Parlement zijn zetel heeft te Straatsburg, voor de twaalf periodes van de maandelijkse voltallige zittingen met inbegrip van de begrotingszitting, dat de bijkomende voltallige zittingen worden gehouden te Brussel, dat de commissies zetelen te Brussel en dat het secretariaat-generaal en zijn diensten in Luxemburg gevestigd blijven;
I. in der Erwägung, dass Artikel 341 AEUV und Protokoll 6 zu den Verträgen besagen, dass der Sitz der Organe der Union einstimmig von den Mitgliedstaaten festgelegt wird, dass das Parlament seinen Sitz in Straßburg hat, dass die zwölf monatlichen Plenartagungen einschließlich der Haushaltstagung dort stattfinden, dass zusätzliche Plenartagungen in Brüssel stattfinden, dass seine Ausschüsse in Brüssel zusammentreten und dass sein Generalsekretariat und seine Dienststellen in Luxemburg verbleiben;