De in B.6.1 en B.6.2 geciteerde bepalingen wijken af van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, doordat ze de schorsing toestaan op voorwaarde dat ernstige middelen worden aangevoerd, doch zonder dat het bewijs van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel moet worden geleverd.
Die in B.6.1 und B.6.2 angeführten Bestimmungen weichen von Artikel 20 Nr. 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof ab, indem sie die einstweilige Aufhebung unter der Bedingung erlauben, dass ernsthafte Klagegründe angeführt werden, jedoch ohne dass der Beweis eines schwerlich wiedergutzumachenden ernsthaften Nachteils erbracht werden muss.