De eerste twee paragrafen van artikel 21bis van het decreet van 4 januari 1999, aangehaald in B.3.1, zijn ontworpen als « overgangsmaatregelen » ten voordele van de zeer talrijke personeelsleden die, wegens het niet-organiseren van de vormingssessies en de proeven die voorafgaan aan het uitreiken van het brevet dat vereist is voor de uitoefening van het ambt dat zij sinds lang uitoefenen, dat brevet niet hebben kunnen behalen (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 2012-2013, nr. 453/1, p. 12; ibid., nr. 453/3, p. 3).
Die in B.3.1 angeführten ersten zwei Paragraphen von Artikel 21bis des Dekrets vom 4. Januar 1999 sind als « Übergangsmaßnahmen » zugunsten sehr vieler Personalmitglieder gedacht, die wegen des Ausbleibens der Organisation von Ausbildungsgängen und von Prüfungen vor der Erteilung des Brevets, das für die Ausübung des Amtes erforderlich ist, das sie seit langem ausüben, dieses Brevet nicht haben erhalten können (Parl. Dok., Parlament der Französischen Gemeinschaft, 2012-2013, Nr. 453/1, S. 12; ebenda, Nr. 453/3, S. 3).