In het wetgevingsverslag bij de resolutie van het Parlement van 8 juni 2005, stelde het Parlement een amendement voor om te herinneren aan de beginselen van het vermoeden van onschuld en de bewijslast, dit om de zeer verregaande discretionaire macht van de autoriteiten van de lidstaten bij de beoordeling van "verdachte" ladingen in te perken.
In dem der Entschließung des Parlaments vom 8. Juni 2005 beigefügten Legislativbericht hat das Parlament eine Änderung vorgeschlagen, um auf die Unschuldsvermutung und den Grundsatz der Beweislast zu verweisen und damit den sehr großen Ermessensspielraum der Mitgliedstaaten bei der Bewertung „verdächtiger“ Waren zu begrenzen.