A. overwegende dat de bestaande financiële verslagleggingsvoorschriften krachtens de Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (de vierde vennootschapsrechtrichtlijn) en de Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening (de zevende vennootschapsrecht
richtlijn) vaak een zware last betekenen voor kleine en middelgrote ondernemingen, en vooral vo
or micro-e ...[+++]ntiteiten (zeer kleine ondernemingen),