(17) Wanneer de toezichtautoriteiten van een lidstaat van oordeel zijn dat uitrusting van zeeschepen die onder de werkingssfeer van deze richtlijn valt, een risico kan vormen voor de maritieme veiligheid, de gezondheid of het milieu, moeten zij de betreffende uitrusting beoordelen of testen.
(17) Gelangen die Überwachungsbehörden eines Mitgliedstaats zu der Annahme, dass in dieser Richtlinie geregelte Schiffsausrüstung eine Gefahr für die Seeverkehrssicherheit, die Gesundheit oder die Umwelt darstellt, sollten sie eine Beurteilung oder Prüfung in Bezug auf die betreffende Ausrüstung vornehmen.