5. stelt dat met meer flexibiliteit en grotere nauwkeurigheid moet worden toegezien op een evenwichtige geografische spreiding van het terugverdieneffect ("juste retour"); stelt dat de nationale ruimtevaartondernemingen ook in de toekomst zeker moeten kunnen zijn van een passend aandeel van de markt, waarbij overlappingen uiteraard moeten worden voorkomen;
5. erkennt die Notwendigkeit einer stärkeren Flexibilität und größeren Effizienz des geografisch ausgewogenen Mittelrücklaufs ("juste retour") an; ist grundsätzlich der Ansicht, dass die nationalen Raumfahrtindustrien auch weiterhin in angemessener und verlässlicher Form am Markt partizipieren müssen, ohne dass dabei unnötige Doppelstrukturen entstehen;