Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord (in die zin dat het bilaterale verdrag inzake sociale zekerheid nog steeds van toepassing is), kan een wettelijke regeling op grond waarvan een staat die het verdrag inzake sociale zekerheid heeft ondertekend, een korter bijdragetijdvak erkent dan het werkelijk vervulde, en die staat een groter pensioen betaalt dan dat waarop recht zou bestaan bij erkenning van het gehele bijdragetijdvak in de staat die het verdrag mede heeft ondertekend, dan als gunstiger in de zin van artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 883/2004 worden aangemerkt?
Kann — für den Fall einer verneinenden Antwort auf die erste Frage (in dem Sinne, dass die Anwendung des bilateralen Abkomme
ns über die soziale Sicherheit nicht ausgeschlossen ist) — eine rechtliche Regelung als günstiger im Sinne von Art. 8 Abs. 1 der Verordnung (EG) Nr. 883/2004 angesehen werden, auf deren Grundlage ein Unterzeichnerstaat des Abkommens über die soziale Sicherheit eine kürzere Beitragszeit berücksichtigt als die tatsächlich zurückgelegte und dieser Staat eine höhere Rente zahlt als die, auf die bei Berücksichtigung der vollständigen
Beitragszeit in dem anderen ...[+++] Unterzeichnerstaat ein Anspruch bestünde?