a) wanneer de voor de bereiding hiervan gebruikte druiven, druivenmost, gedeeltelijk gegiste druivenmost, jonge nog gistende wijn, wijn die tot tafelwijn kan worden verwerkt, of de tafelwijn zelf, reeds één van de in punt D 1 bedoelde bewerkingen hebben ondergaan, slechts geoorloofd met gebruikmaking van druivenmost waarvan het totale alcohol-volumegehalte ten hoogstse gelijk is aan dat van de betrokken tafelwijn;
a) bei frischen Weintrauben, Traubenmost, teilweise gegorenem Traubenmost, Jungwein, zur Gewinnung von Tafelwein geeignetem Wein oder bei Tafelwein selbst eines der in Abschnitt D Nummer 1 genannten Verfahren angewandt wurde, nur mit Traubenmost zulässig, der höchstens den gleichen Gesamtalkoholgehalt hat wie der betreffende Tafelwein;