18. spreekt
zijn afkeuring uit over de voorgestelde verhoging van de middelen voor de speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU's), met name omdat het Parlement alsnog nader moet worden betrokken bij de instelling van nieuwe SVEU-posten, de vaststelling van hun respectieve mandaat en de benoeming van de speciale EU
-vertegenwoordigers zelf; benadrukt dat het Verdrag van Lissabon de EU-instellingen in staat zal stellen na te gaan of er synergievoordelen kunnen worden bewerkstelligd tussen de delegaties van de Commissie en
...[+++]de SVEU's van de Raad (volgens de "tweepettenformule"), en aldus overlapping van taken te vermijden, de coördinatie te verbeteren en de effectiviteit van het externe optreden van de EU te vergroten;
18. missbilligt die vorgeschlagene Aufstockung der Gelder für die Sonderbeauftragten der Europäischen Union (EUSR) vor allem deshalb, weil das Parlament bislang nicht in die Schaffung neuer EUSR-Posten, die Festlegung ihrer Mandate und die Ernennung der EUSR einbezogen ist; betont, dass der Vertrag von Lissabon die EU-Organe in die Lage versetzen wird, Synergien zwischen Delegationen der Kommission und EUSR des Rates (Doppelverantwortung) zu ermitteln und damit Doppelarbeit zu vermeiden, die Koordinierung zu verbessern und die Wirksamkeit von EU-Maßnahmen im Bereich der Außenbeziehungen zu steigern;