Bij het nemen van een besluit over de gegrondheid van een verzoek mogen de lidstaten een verzoek om rechtsbijstand afwijzen indien de verzoeker die geen materieel of financieel verlies heeft geleden, toch een schadevergoeding wegens aantasting van de goede naam vordert, of indien het verzoek een vordering betreft die rechtstreeks uit de bedrijfsactiviteiten of zelfstandige beroepsactiviteiten van de verzoeker voortvloeit.
Bei ihrer Entscheidung über das Wesen und insbesondere die Erfolgsaussichten eines Antrags können die Mitgliedstaaten Anträge auf Prozesskostenhilfe ablehnen, wenn der Antragsteller eine Rufschädigung geltend macht, jedoch keinen materiellen oder finanziellen Schaden erlitten hat, oder wenn der Antrag einen Rechtsanspruch betrifft, der in unmittelbarem Zusammenhang mit dem Geschäft oder der selbstständigen Erwerbstätigkeit des Antragstellers entstanden ist.