De tweede tot en met zesde verzoekers wijzen op hun respectieve hoedanigheden van voorzitter van het Vlaams Blok, van leden van het partijbestuur van het Vlaams Blok en van fractieleiders van het Europees Parlement, de Senaat, de Kamer van volksvertegenwoordigers en het Vlaams Parlement.
Der zweite bis sechste Kläger verweisen auf ihre jeweiligen Eigenschaften als Präsident des « Vlaams Blok », als Mitglieder des Parteivorstandes des « Vlaams Blok » und als Fraktionsführer im Europäischen Parlament, im Senat, in der Abgeordnetenkammer und im Flämischen Parlament.