Door als hoofdregel de verantwoordelijkheid te leggen bij de lidstaat waar de niet-begeleide minderjarige een verzoek heeft ingediend en waar hij zich bevindt, stelde het Hof een allesomvattende interpretatie voor van het huidige artikel 8, lid 4, waardoor de systematiek van de Dublinverordening gecombineerd wordt met beginselen die met name zijn afgeleid van het Handvest, ervan uitgaande dat op die manier het belang van de minderjarige het beste kan worden vastgesteld.
Der Gerichtshof schlug – indem er den Grundsatz der Zuständigkeit des Mitgliedstaats, in dem unbegleitete Minderjährige einen Antrag gestellt haben und sich aufhalten, aufstellt – eine kohärente Auslegung des derzeit geltenden Artikels 8 Absatz 4 vor, in der sich das System der Dublin-Verordnung in die insbesondere aus der Charta abgeleiteten Postulate einfügt und dabei davon ausgegangen wird, dass damit das Kindeswohl am besten beurteilt werden kann.