1. Deze richtlijn is van toepassing op iedere burger van de Unie die zich begeeft naar of verblijft in een andere lidstaat van de Unie dan die waarvan hij de nationaliteit bezit, evenals op de familieleden zoals gedefiniëerd in artikel 2, onder 2, ongeacht hun nationaliteit, die hem begeleiden of zich bij hem voegen.
(1) Diese Richtlinie findet Anwendung auf jeden Unionsbürger, der sich in einen anderen als den Mitgliedstaat, dessen Staatsangehörigkeit er hat, begibt, oder sich dort aufhält, sowie auf seine Familienangehörigen gemäß Artikel 2 Nummer 2, ungeachtet ihrer Staatsangehörigkeit, die ihn begleiten oder ihm nachziehen.