Uit de memorie die bij het Hof is neergelegd door de persoon die een klacht heeft ingediend en die zich burgerlijke partij heeft gesteld voor de verwijzende rechter, alsook uit het dossier met de erbij gevoegde stukken, blijkt dat die persoon, op het ogenblik van de feiten die aan de oorsprong van de aanhangigmaking van de zaak bij de verwijzende rechter liggen, het contract van wettelijke samenwoning had beëindigd dat hij met de vermoedelijke dader van die feiten had gesloten.
Aus dem Schriftsatz, der von der Person, die Anzeige erstattet hat und vor dem vorlegenden Richter als Zivilpartei aufgetreten ist, beim Gerichtshof hinterlegt wurde, sowie aus der Akte samt Anlagen geht hervor, dass diese Person zum Zeitpunkt der Fakten, die der Befassung des vorlegenden Richters zugrunde liegen, den Vertrag über das gesetzliche Zusammenwohnen, den sie mit dem mutmaßlichen Täter der Fakten geschlossen hatte, beendet hatte.