Artikel 26, lid 1, van Richtlijn 2003/54/EG bepaalt dat lidstaten die na de inwerkingtreding van deze richtlijn kunnen aantonen dat zich wezenlijke beheersproblemen voordoen voor hun kleine geïsoleerde netten, om afwijkingen kunnen vragen van de desbetreffende bepalingen van de hoofdstukken IV, V, VI en VII, alsmede, voor geïsoleerde microsystemen, van hoofdstuk III met het oog op het aanpassen, verbeteren en vergroten van de bestaande capaciteit. De Commissie kan hun die afwijkingen toestaan.
In Artikel 26 Absatz 1 der Richtlinie 2003/54/EG ist festgelegt, dass die Mitgliedstaaten, die nach Inkrafttreten dieser Richtlinie nachweisen können, dass sich für den Betrieb ihrer kleinen, isolierten Netze erhebliche Probleme ergeben, Ausnahmeregelungen zu den einschlägigen Bestimmungen der Kapitel IV, V, VI und VII sowie des Kapitels III im Falle von isolierten Kleinstnetzen, soweit die Umrüstung, Modernisierung und Erweiterung bestehender Kapazität betroffen ist, beantragen können, die ihnen von der Kommission gewährt werden können.