Brugg, die naar eigen zeggen de Euro-prijslijst heeft gekregen toen zij eind 1994 aan de vergaderingen van de contactgroep begon deel te nemen, herinnert zich dat de producenten die een bepaald contract niet kregen toegewezen, zich tegen het lijsttarief - 5 % konden inschrijven, terwijl de "favoriet" tot het lijsttarief - 10 % kon gaan.
Brugg gibt an, daß es die Euro-Preisliste Ende 1994 erhalten hat und daß Hersteller, denen ein bestimmter Auftrag nicht zugeteilt wurde, Angebote bis zum Listenpreis -5 % machen konnten, während der "Favorit" bis zum Listenpreis -10 % heruntergehen konnte.