2. gaat, tegen de achtergrond van de begrotingsbeperkingen waarmee de lidstaten zich op dit moment geconfronteerd zien, akkoord met het voorstel van de Commissie om gedurende de periode 2000-2006 jaarlijks 0,46% van het BNP van de EU toe te wijzen voor structuurmaatregelen, maar is van mening dat de raming van de Commissie van een jaarlijkse groei van het BNP van de Unie met zo'n 2,5% wel eens al te optimistisch kan blijken gezien de economische onzekerheid in verband met de economische en financiële situatie van de opkomende economieën en de millenniumwisseling;
2. billigt in Anbetracht der gegenwärtigen Sparpolitik der Mitgliedstaaten den Vorschlag der Kommission, 0,46% des EU-BIP jährlich für strukturelle Maßnahmen im Zeitraum 2000-2006 bereitzustellen, ist jedoch der Auffassung, daß die von der Kommission vorgeschlagene Finanzielle Vorausschau mit einem Jahreswachstum des BIP der Union von rund 2,5% angesichts der ökonomischen Ungewißheit wegen der wirtschaftlichen und finanziellen Lage der Schwellenwirtschaften und des Übergangs zum Jahr 2000 sich als zu optimistisch erweisen könnten.