Volgens artikel 43, 3°, van het Dopingdecreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 19 maart 2004, wordt wie zich schuldig maakt aan een dopingpraktijk, zoals omschreven in artikel 2, 6°, a), b), c) of d), of aan een daarmee gelijkgestelde praktijk, zoals omschreven in artikel 21, § 2, 1°, 2° of 3°, gestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met een geldboete van tweehonderd tot tweeduizend euro of met één van die straffen alleen.
Gemäss Artikel 43 Nr. 3 des Dopingdekrets in der durch das Dekret vom 19. März 2004 abgeänderten Fassung wird derjenige, der sich einer Dopingpraxis im Sinne von Artikel 2 Nr. 6 Buchstaben a), b) oder c) oder einer damit gleichgestellten Praxis im Sinne von Artikel 21 § 2 Nrn. 1, 2 oder 3 schuldig macht, mit einer Gefängnisstrafe von sechs Monaten bis zu fünf Jahren und mit einer Geldbusse von zweihundert bis zweitausend Euro oder mit nur einer dieser Strafen bestraft.