51. benadrukt het feit dat de drie zijden van de kennisdriehoek – onderwijs, onderzoek en innovatie – niet van elkaar mogen worden gescheiden; verzoekt derhalve niet op investeringen in opleiding en bijscholing voor geschoold personeel te bezuinigen, aangezien deze investeringen van cruciaal belang zijn, gelet op het belang van innovatiecapaciteit voor het concurrentievermogen van de EU; onderstreept de noodzaak om de condities voor onderzoekers en vakmensen zo aantrekkelijk mogelijk te maken, onder andere voor wat betreft mobi
liteit, zodat de EU zich te midden van de mondiale concurrentie kan handhaven; benadrukt dat tegelijk de arbe
...[+++]idsomstandigheden van vrouwelijke onderzoekers moeten worden verbeterd; 51. betont, dass das Wissensdreieck Forschung, Innovation und Bildung als Ge
samtheit betrachtet werden muss; fordert aus diesem Grund, dass die Investitionen in Aus- und Weiterbildung von qualifizierten Arbeitnehmern, die angesichts der Relevanz der Innovationsfähigkeit für die Wettbewerbsfähigkeit der EU von entscheiden
der Bedeutung sind, nicht reduziert werden dürfen; unterstreicht die Notwendigkeit, das Umfeld für Forscher und ihre Fachkräfte, auch hinsichtlich ihrer Mobilität, so attraktiv wie möglich zu gestalten, um im globale
...[+++]n Wettbewerb bestehen zu können; betont, dass dies mit der Verbesserung der Arbeitsbedingungen für Forscherinnen einhergeht;