1. Distributeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid niet conform is met deze verordening, nemen contact op met de bevoegde autoriteiten en verkopen of registreren dit voertuig, systeem of onderdeel of deze technische eenheid pas nadat zij van de bevoegde autoriteiten de bevestiging hebben ontvangen dat het of zij conform is met deze verordening en verhinderen het in het verkeer brengen ervan, totdat het of zij conform is gemaakt.
1. Ist ein Händler der Auffassung oder hat er Grund zu der Annahme, dass ein Fahrzeug, System, Bauteil oder eine selbstständige technische Einheit nicht mit den Anforderungen dieser Verordnung übereinstimmt, so muss er sich an die zuständigen Behörden wenden und darf dieses Fahrzeug, System, Bauteil oder diese selbstständige technische Einheit nicht verkaufen oder zulassen und verhindert deren Inbetriebnahme, bevor die Übereinstimmung hergestellt ist und die zuständigen Behörden bestätigen, dass es bzw. sie mit den Anforderungen dieser Verordnung übereinstimmt.
