In zoverre de verzoekende partij aanvoert dat zij voor een bevordering door verhoging in graad binnen de politiediensten in concurrentie zou komen met personeelsleden van de Algemene Inspectie die zonder het bestreden artikel 17, tweede lid, niet in aanmerking zouden komen voor een dergelijke bevordering, doet zij daarentegen wel blijken van het rechtens vereiste belang bij de vernietiging van die bepaling.
Insofern die klagende Partei anführt, dass sie zur Beförderung durch Aufsteigen in einen höheren Dienstgrad innerhalb der Polizeidienste mit Personalmitgliedern der Generalinspektion in Konkurrenz treten würde, die ohne den angefochtenen Artikel 17 Absatz 2 nicht für eine solche Beförderung in Betracht kämen, weist sie hingegen wohl das rechtlich erforderliche Interesse an der Nichtigerklärung dieser Bestimmung auf.