Telkens wanne
er dat mogelijk is, zien de lidstaten er met passende middelen op toe dat de omroeporganisaties ten minste 10 % van hun niet aan informatie, sport, spel, reclame, teletekst en telewinkelen gewijde zendtij
d of, bij wijze van alternatief, naar keuze van de lidstaat, ten minste 10 % van hun programmabudget, reserveren voor Europese producties die door van de televisie-omroeporganisaties onafhan
kelijke producenten zijn vervaardi ...[+++]gd.
Die Mitgliedstaaten tragen im Rahmen des praktisch Durchführbaren und mit angemessenen Mitteln dafür Sorge, dass Fernsehveranstalter mindestens 10 % ihrer Sendezeit, die nicht auf Nachrichten, Sportberichten, Spielshows oder Werbeleistungen, Videotextleistungen und Teleshopping entfallen, oder alternativ nach Wahl des Mitgliedstaats mindestens 10 % ihrer Haushaltsmittel für die Programmgestaltung der Sendung europäischer Werke von Herstellern vorbehalten, die von den Fernsehveranstaltern unabhängig sind.