In het geval van Bulgarije, Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië en Slowakije vangt het tijdvak van twaalf maanden voor de vaststelling van de individuele referentiehoeveelheden aan op: 1 april 2001 voor Hongarije, 1 april 2002 voor Malta en Litouwen, 1 april 2003 voor Tsjechië, Cyprus, Estland, Letland, en Slowakije, 1 april 2004 voor Polen en Slovenië en 1 april 2006 voor Bulgarije en Roemenië.
Für Bulgarien, die Tschechische Republik, Estland, Zypern, Lettland, Litauen, Ungarn, Malta, Polen, Rumänien, Slowenien und die Slowakei beginnt der Zwölfmonatszeitraum für die Festsetzung der einzelbetrieblichen Referenzmengen wie folgt: für Ungarn am 1. April 2001, für Malta und Litauen am 1. April 2002, für die Tschechische Republik, Zypern, Estland, Lettland und die Slowakei am 1. April 2003, für Polen und Slowenien am 1. April 2004 und für Bulgarien und Rumänien am 1. April 2006.