(13) Het Agentschap moet ertoe bijdragen dat de lidstaten en de instellingen, organen en instanties van de Unie grensoverschrijdende bekwaamheid en paraatheid ontwikkelen om problemen op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging te voorkomen, op te sporen en aan te pakken; om dit doel te verwezenlijken, moet het Agentschap de samenwerking tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten, de Commissie en de instellingen, organen en instanties van de Unie bevorderen.
(13) Die Agentur sollte die Mitgliedstaaten und die Organe, Einrichtungen und sonstigen Stellen der Union in ihrem Bemühen um den Auf- und Ausbau der grenzübergreifenden Reaktionsfähigkeit und Abwehrbereitschaft zur Verhütung, Erkennung und Bewältigung von Problemen und Störungen der Netz- und Informationssicherheit unterstützen; in dieser Hinsicht sollte sie die Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten sowie zwischen den Mitgliedstaaten, der Kommission und den Organen, Einrichtungen und sonstigen Stellen der Union erleichtern.