In zoverre het middel is gericht tegen het verschil in behandeling dat voor de verzoekers voortvloeit uit het feit dat zij, op grond van de in de zaken nrs. 3875, 3876 en 3884 bestreden bepalingen, anders worden behandeld dan de gewezen gerechtelijke afdelingscommissaris
sen 1C, doordat zij niet worden ingeschaald als commissarissen van politie eerste klasse, zonde
r dat zij bovendien aantonen waarin de schending van artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet zou bestaan, is het middel, in dat onderdeel, om de in B.12 vermelde reden ong
...[+++]egrond.
Insofern der Klagegrund gegen den Behandlungsunterschied gerichtet ist, der sich für die Kläger daraus ergebe, dass sie aufgrund der in den Rechtssachen Nrn. 3875, 3876 und 3884 angefochtenen Bestimmungen anders behandelt würden als die ehemaligen gerichtspolizeilichen Abteilungskommissare 1C, da sie nicht als Polizeikommissare erster Klasse eingestuft würden, ohne dass sie ausserdem nachweisen, dass der Verstoss gegen den Artikel 23 Absatz 3 Nr. 1 der Verfassung bestehen würde, ist der Klagegrund in diesem Teil aus den in B.12 angeführten Gründen unbegründet.