Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «zij tot noemenswaardige twijfel aanleiding hebben » (Néerlandais → Allemand) :

Uit de ervaring die de Commissie heeft opgedaan bij de toepassing van de concentratieverordening, daaronder begrepen Verordening (EEG) nr. 4064/89 , die voorafging aan de huidige concentratieverordening, is gebleken dat bepaalde categorieën aangemelde concentraties doorgaans goedkeuring krijgen zonder dat zij tot noemenswaardige twijfel aanleiding hebben gegeven, op voorwaarde dat er zich geen bijzondere omstandigheden voordeden.

Die Erfahrungen, die die Kommission bei der Durchführung der Fusionskontrollverordnung, einschließlich der Verordnung (EWG) Nr. 4064/89 des Rates (der Vorgängerin der jetzigen Fusionskontrollverordnung), gesammelt hat, haben gezeigt, dass bestimmte Kategorien von Zusammenschlüssen in der Regel genehmigt werden, wenn keine besonderen Umstände vorliegen und kein Anlass zu nennenswerten Bedenken besteht.


Uit de ervaring die de Commissie heeft opgedaan bij de toepassing van de concentratieverordening, daaronder begrepen Verordening (EEG) nr. 4064/89 (3), die voorafging aan de huidige concentratieverordening, is gebleken dat bepaalde categorieën aangemelde concentraties doorgaans goedkeuring krijgen zonder dat zij tot noemenswaardige twijfel aanleiding hebben gegeven, op voorwaarde dat er zich geen bijzondere omstandigheden voordeden.

Die Erfahrungen, die die Kommission bei der Durchführung der Fusionskontrollverordnung, einschließlich der Verordnung (EWG) Nr. 4064/89 des Rates (3) (der Vorgängerin der jetzigen Fusionskontrollverordnung), gesammelt hat, haben gezeigt, dass bestimmte Kategorien von Zusammenschlüssen in der Regel genehmigt werden, wenn keine besonderen Umstände vorliegen und kein Anlass zu nennenswerten Bedenken besteht.


Zoals hij heeft gedaan in de zaken die aanleiding hebben gegeven tot het arrest nr. 168/2016 van 22 december 2016, stelt de verwijzende rechter aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 2 van het Strafwetboek, met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de rechter bij wie de zaak na de inwerkingtreding van de wet van 9 maart 2014 aanhangig is gemaakt, ertoe verplicht om, bij een veroordeling va ...[+++]

Ebenso wie in den Rechtssachen, die zu dem Entscheid Nr. 168/2016 vom 22. Dezember 2016 geführt haben, befragt der vorlegende Richter den Gerichtshof zur Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 2 des Strafgesetzbuches, Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte und Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern sie dem nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 9. März 2014 befassten Richter dazu verpflichte, im Falle der Verurteilung eines im Wiederholungsfall Angeklagten zu einer Strafe der Entziehung der Erlaubnis zum Führen ein ...[+++]


Uit de inhoud van het verzoekschrift en uit de uiteenzetting van de middelen blijkt dat de grieven van de verzoekende partijen enkel betrekking hebben op de punten 3° en 4° van artikel 114/1, eerste lid, van de wet van 23 juli 1926, ingevoegd bij de bestreden bepaling, in zoverre zij de aangenomen vakorganisaties uitsluiten van deelname aan de procedure van aanzegging en overleg naar aanleiding van sociale conflicten overeenkomstig het syndicaal statuut van de Belgische Spoorwegen (3°) en aan de sociale verkiezingen bedoeld in de arti ...[+++]

Aus dem Inhalt der Klageschrift und aus der Darlegung der Klagegründe geht hervor, dass die Beschwerdegründe der klagenden Parteien lediglich die Nrn. 3 und 4 von Artikel 114/1 Absatz 1 des Gesetzes vom 23. Juli 1926, eingefügt durch die angefochtene Bestimmung, betreffen, insofern dadurch die angenommenen Gewerkschaftsorganisationen von der Teilnahme an dem Verfahren der Ankündigung und Konzertierung anlässlich von Sozialkonflikten gemäß dem Gewerkschaftsstatut der belgischen Eisenbahnen (Nr. 3) und von den Sozialwahlen im Sinne der Artikel 126/2, 145 § 2 und 146 des Gesetzes vom 23. Juli 1926 (Nr. 4) ausgeschlossen würden.


De hierboven geregelde aansprakelijkheid houdt op, indien de ouders, onderwijzers en ambachtslieden bewijzen dat zij de daad welke tot die aansprakelijkheid aanleiding geeft, niet hebben kunnen beletten ».

Die oben genannte Verantwortlichkeit hört auf, wenn die Eltern, Lehrer und Handwerker beweisen, dass sie die Handlung, die zu dieser Verantwortlichkeit Anlass gibt, nicht haben verhindern können ».


Uit de uiteenzetting van de middelen blijkt dat de grieven van de verzoekende partijen enkel betrekking hebben op de punten 3° en 4° van artikel 114/1, eerste lid, van de wet van 23 juli 1926, ingevoegd bij de bestreden bepaling, in zoverre zij de aangenomen vakorganisaties uitsluiten van deelname aan de procedure van aanzegging en overleg naar aanleiding van sociale conflicten overeenkomstig het syndicaal statuut van de Belgische Spoorwegen (3°) en aan de sociale verkiezingen bedoeld in de artikelen 126/2, 145, § 2, en 146 van de wet ...[+++]

Aus der Darlegung der Klagegründe geht hervor, dass die Beschwerdegründe der klagenden Parteien lediglich die Nrn. 3 und 4 von Artikel 114/1 Absatz 1 des Gesetzes vom 23. Juli 1926, eingefügt durch die angefochtene Bestimmung, betreffen, insofern dadurch die angenommenen Gewerkschaftsorganisationen von der Teilnahme an dem Verfahren der Ankündigung und Konzertierung anlässlich von Sozialkonflikten gemäß dem Gewerkschaftsstatut der belgischen Eisenbahnen (Nr. 3) und von den Sozialwahlen im Sinne der Artikel 126/2, 145 § 2 und 146 des Gesetzes vom 23. Juli 1926 (Nr. 4) ausgeschlossen würden.


Zij zouden echter tot gevolg kunnen hebben dat de partijen die de op artikel 6 van dat koninklijk besluit gebaseerde ministeriële beslissing voor de Raad van State hebben aangevochten, hun belang verliezen om de procedures voort te zetten die geen aanleiding hebben gegeven tot een beslissing ten gronde die in kracht van gewijsde is gegaan.

Sie könnten jedoch zur Folge haben, dass die Parteien, die vor dem Staatsrat die auf Artikel 6 dieses königlichen Erlasses beruhende Entscheidung des Ministers angefochten haben, ihr Interesse an der Fortführung der Verfahren verlieren, die nicht zu einer rechtskräftigen Entscheidung zur Hauptsache geführt haben.


Rekening houdend met het gevolg dat het terugwerkende karakter van de vernietiging zou hebben op afgesloten procedures, en met het feit dat het de overlast van het openbaar ministerie en de hoven en rechtbanken zou verzwaren en de rechten van de slachtoffers in het geding zou brengen, dienen, met toepassing van artikel 8, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de gevolgen van de vernietigde bepalingen, in zoverre zij aanleiding hebben gegeven tot beslissingen die in kracht van gewijsde ...[+++]

Angesichts der Auswirkungen, die die rückwirkende Kraft der Nichtigerklärung auf abgeschlossene Verfahren haben würde, der möglichen Verschlimmerung der Überlastung der Staatsanwaltschaft und der Gerichtshöfe und Gerichte sowie der etwaigen Infragestellung der Rechte der Opfer ist es angebracht, in Anwendung von Artikel 8 Absatz 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof die Wirkung der für nichtig erklärten Bestimmungen aufrechtzuerhalten, insofern sie zu vor der Veröffentlichung dieses Urteils im Belgischen Staatsbl ...[+++]


In verband met die middelen voert de Ministerraad hoofdzakelijk aan dat zij gelijkenis vertonen met middelen die reeds aanleiding hebben gegeven tot de arresten van het Hof nr. 9/99 van 28 januari 1999, nr. 33/99 van 17 maart 1999, nr. 97/99 van 15 september 1999 en nr. 103/2000 van 11 oktober 2000.

In bezug auf diese Klagegründe führt der Ministerrat im wesentlichen an, dass sie Klagegründen glichen, die bereits zu den Urteilen des Hofes Nr. 9/99 vom 28. Januar 1999, Nr. 33/99 vom 17. März 1999, Nr. 97/99 vom 15. September 1999 und Nr. 103/2000 vom 11. Oktober 2000 geführt hätten.


De tussenkomende partijen nemen, in verband met het decreet van 26 april 2000, de hele argumentering over die zij hadden uiteengezet naar aanleiding van het decreet van 18 mei 1999 zonder voor het overige de specifieke vraag te beantwoorden die door het Hof was gesteld in verband met de weerslag die de bij het decreet van 26 april 2000 aangebrachte wijzigingen op het oorspronkelijk beroep hebben.

Die intervenierenden Parteien wiederholen in bezug auf das Dekret vom 26. April 2000 ihre gesamte Argumentation, die sie bezüglich des Dekrets vom 18. Mai 1999 dargelegt haben, ohne ansonsten auf die spezifische Frage des Hofes zur Auswirkung der durch das Dekret vom 26. April 2000 eingeführten Abänderungen auf die ursprüngliche Klage zu antworten.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zij tot noemenswaardige twijfel aanleiding hebben' ->

Date index: 2023-01-31
w