De verzoekende partijen betwisten de bestreden wet in zoverre zij uitsluitend de plaatselijke diensten in het Duitse taalgebied toestaat om van de kandidaten en personeelsleden, als bewijs van hun taalkennis, andere certificaten dan die welke door Selor worden uitgereikt, die door de Koning als gelijkwaardig worden beschouwd, te aanvaarden, om zich te conformeren aan het arrest van het Hof van Justitie van 5 februari 2015.
Die klagenden Parteien fechten das angefochtene Gesetz an, insofern es ausschließlich den lokalen Dienststellen des deutschen Sprachgebiets erlaubt werde, von den Bewerbern und Personalmitgliedern als Nachweis ihrer Sprachkenntnis andere Bescheinigungen als diejenigen, die durch Selor ausgestellt würden, die durch den König als gleichwertig erachtet würden, anzunehmen, um dem Urteil des Europäischen Gerichtshofes vom 5. Februar 2015 Folge zu leisten.