D
e verzoekende partijen voeren in de eerste plaats aan dat, indien de ambtshalve benoemingen waarin de bestreden bepaling voorziet, worden beschouwd als benoemingen in de zin van artikel 216bis, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, de bestreden bepaling een verschil in behandeling zou maken tussen enerzijds, de magistraten van de rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank, van het parket of van het arbeidsauditoraat van Brussel en, anderzijds, de overige magistraten van de rechterlijke orde, doordat de eerste categorie na een ambtshalve benoeming drie j
aar moet wachten om zich ...[+++] kandidaat te mogen stellen voor een and
er ambt, terwijl de tweede categorie dat enkel moet doen na een benoeming waarvoor zij
zich kandidaat heeft gesteld.
Die klagenden Parteien führen zunächst an, dass die angefochtene Bestimmung, wenn die darin vorgesehenen, von Amts wegen erfolgten Ernennungen als Ernennungen im Sinne von Artikel 216bis Absatz 1 des Gerichtsgesetzbuches angesehen würden, einen Behandlungsunterschied einführe zwischen einerseits den Magistraten des Gerichts erster Instanz, des Arbeitsgerichts, der Staatsanwaltschaft oder des Arbeitsauditorats von Brüssel und andererseits den anderen Magistraten des gerichtlichen Standes, weil die erstere Kategorie nach einer von Amts wegen erfolgten Ernennung drei Jah
re warten müsse, um sich ...[+++] um ein anderes Amt bewerben zu können, während die letztere Kategorie dies nur tun müsse nach einer Ernennung, um die sie sich beworben habe.