Bij de algehele vernieuwing van hun Parlement die niet samenvalt met de vernieuwing van de Senaat, behouden de senatoren bedoeld in het eerste lid, 3° tot 5°, die geen zitting meer hebben in hun Parlement, het mandaat van senator tot de opening van de eerste zitting na de vernieuwing van hun Parlement.
Wenn die vollständige Erneuerung ihres Parlaments nicht mit der Erneuerung des Senats zusammenfällt, behalten die in Absatz 1 Nr. 3 bis 5 erwähnten Senatoren, die in ihrem Parlament nicht mehr tagen, ihr Senatorenmandat bis zur Eröffnung der ersten Sitzungsperiode nach der Erneuerung ihres Parlaments.