Het verslepingspercentage van 1 % moet ook worden overwogen voor kruisverontreiniging van andere voeders voor doeldiersoorten, waaraan geen coccidiostatica of histomonostatica worden toegevoegd, en voor niet-doeldiervoeders voor „continu voedselproducerende dieren”, zoals melkkoeien en leghennen, als gebleken is dat er overdracht van diervoeders naar levensmiddelen van dierlijke oorsprong kan plaatsvinden.
Die Übergangsrate von etwa 1 % sollte auch für die Verschleppung in andere Futtermittel für Zieltierarten, denen keine Kokzidiostatika oder Histomonostatika zugesetzt werden, sowie bei Futtermitteln für Nichtzieltierarten als annehmbar betrachtet werden, aus denen fortlaufend Lebensmittel gewonnen werden (z. B. Milchkühe oder Legehennen), wenn Hinweise darauf vorliegen, dass Rückstände von Futtermitteln in Lebensmittel tierischen Ursprungs verschleppt werden.