(b) tijdens die verplaatsing zijn passende maatregelen getroffen ter preventie en bestrijding van ziekten, om te waarborgen dat de gezelschapslanddieren geen significant risico vormen voor de verspreiding van in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder d), en van nieuwe ziekten naar gehouden landdieren op de plaats van bestemming en tijdens het vervoer.
(b) während der Verbringung geeignete Seuchenpräventions- und -bekämpfungsmaßnahmen durchgeführt werden, um sicherzustellen, dass die als Heimtiere gehaltenen Landtiere kein erhebliches Risiko einer Ausbreitung gelisteter Seuchen gemäß Artikel 8 Absatz 1 Buchstabe d sowie neu auftretender Seuchen auf gehaltene Landtiere am Bestimmungsort und bei der Beförderung darstellen.