In de wetenschap dat, grondwettelijk gesproken, de toetsing door de Raad van State ruimer is dan de toetsing die het Hof kan uitoefenen, is het bijzonderemachtenmechanisme zoals het door de wet van 26 juli 1996 wordt georganiseerd, niet bestaanbaar met de in het middel beoogde bepalingen, inzonderheid in het licht van bijzonderemachtenbesluiten die het voorwerp zijn geweest van een beroep bij de Raad van State, zoals het besluit van 8 augustus 1997.
Wissend, dass aus der Sicht der Verfassung die Kontrolle durch den Staatsrat weitreichender sei als diejenige, die der Hof ausüben könne, sei der Mechanismus der Sondervollmachten, so wie er durch das Gesetz vom 26. Juli 1996 eingeführt worden sei, nicht mit den im Klagegrund angeführten Bestimmungen vereinbar, insbesondere was die Sondervollmachtenerlasse betreffe, die Gegenstand von Klagen vor dem Staatsrat gewesen seien, wie der Erlass vom 8. August 1997.