Traduction de «zoals strafbaarstelling straffen » (Néerlandais → Allemand) :

Het kaderbesluit voert derhalve een gemeenschappelijk kader van maatregelen op Europees niveau in om bepaalde kwesties te behandelen, zoals strafbaarstelling, straffen en andere sancties, verzwarende omstandigheden, rechtspraak, vervolging alsmede bescherming van en bijstand aan slachtoffers.
Damit wird auf europäischer Ebene ein gemeinsamer Rahmen an Vorschriften aufgestellt, die ein Vorgehen in bestimmten Einzelfragen, wie Kriminalisierung, Strafen und andere Sanktionen, erschwerende Umstände, gerichtliche Zuständigkeit, Strafverfolgung sowie Schutz und Unterstützung der Opfer ermöglichen.

Voorts beoogt het de vaststelling van een gemeenschappelijk kader van maatregelen op Europees niveau om bepaalde onderwerpen te behandelen, zoals strafbaarstelling, straffen, verzwarende omstandigheden, rechtspraak, vervolging alsmede bescherming en bijstand aan slachtoffers.
Außerdem wird damit auf europäischer Ebene ein gemeinsamer Rahmen an Vorschriften aufgestellt, die ein Vorgehen in bestimmten Einzelfragen, wie Kriminalisierung, Strafen und Zwangsmaßnahmen, erschwerende Umstände, gerichtliche Zuständigkeit, Strafverfolgung sowie Schutz und Unterstützung der Opfer ermöglichen.

Aangezien (a) de term « discriminatie » in de omgangstaal op een willekeurig verschil in behandeling slaat, en binnen een vaste rechtspraak geopteerd is voor de in B.35 vermelde omschrijving ervan, (b) de artikelen 6 tot 14 van de wet, in elk van de bepalingen ervan, de elementen preciseren die aanleiding geven tot een strafbaarstelling van discriminatie, en (c) de straffen waarin de wet voorziet, alleen mogelijk zijn wanneer discriminatie de personen die het slachtoffer ervan zijn, rechtstreeks en persoonlijk benadeelt, zoals is vermeld in B.36 tot B.38, kan niet ervan worden uitgegaan dat de artikelen 6 tot 14 van de wet, doordat zij van discriminatie een bestanddeel van bepaalde misdrijven maken, of een verzwaringsgrond voor bepaalde strafminima, niet voldoen aan de vereisten van het wettigheidsbeginsel in strafzaken.
Da (a) der Begriff « Diskriminierung » in der Umgangssprache auf einen willkürlichen Behandlungsunterschied zutrifft und man sich innerhalb einer ständigen Rechtsprechung für die in B.35 angeführte Beschreibung entschieden hat, (b) die Artikel 6 bis 14 des Gesetzes in all ihren Bestimmungen die Elemente präzisieren, die Anlass zu einer Strafbarmachung der Diskriminierung geben können, und (c) die im Gesetz vorgesehenen Strafen nur möglich sind, wenn eine Diskriminierung die Personen, die deren Opfer sind, unmittelbar und persönlich benachteiligt, so wie es in B.36 bis B.38 angeführt wurde, kann nicht davon ausgegangen werden, dass die Artikel 6 bis 14 des Gesetzes, indem sie die Diskriminierung zu einem Bestandteil bestimmter Straftaten oder zu einem Erschwerungsgrund bestimmter Mindeststrafen machen, nicht die Erfordernisse des Legalitätsprinzips in Strafsachen erfüllen.

(9) Om seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie op te nemen in het toepassingsgebied van instrumenten die reeds zijn aangenomen met het oog op de bestrijding van georganiseerde misdaad, zoals Gemeenschappelijk Optreden 98/699/JBZ van de Raad van 3 december 1998 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van de opbrengsten van misdrijven(6) alsook Gemeenschappelijk Optreden 98/733/JBZ van de Raad van 21 december 1998 inzake de strafbaarstelling van deelneming aan een criminele organisatie(7), moeten ten aanzien van de daders voldoende strenge straffen worden ingevoerd.
(9) Die Straftaten müssen mit ausreichend schweren Sanktionen geahndet werden, damit die sexuelle Ausbeutung von Kindern und die Kinderpornografie in den Anwendungsbereich bereits verabschiedeter Instrumente zur Bekämpfung der organisierten Kriminalität wie der Gemeinsamen Maßnahme 98/699/JI des Rates vom 3. Dezember 1998 betreffend Geldwäsche, die Ermittlung, das Einfrieren, die Beschlagnahme und die Einziehung von Tatwerkzeugen und Erträgen aus Straftaten(6) sowie der Gemeinsamen Maßnahme 98/733/JI des Rates vom 21. Dezember 1998 betreffend die Strafbarkeit der Beteiligung an einer kriminellen Vereinigung in den Mitgliedstaaten der Europäischen Union(7) einbezogen werden können.

140. is van mening dat de Verklaring van Caïro over de rechten van de mens in de islam (1991) en het Arabisch Handvest voor mensenrechten (1994) voor een deel regelrecht in strijd is met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens; doet om die reden een beroep op de Raad en de Commissie om leiders van de islamitische wereld uit te nodigen tot een confrontatie van hun visie op de islamitische wetten met de Universele Verklaring van de rechten van de mens teneinde verboden en strafbaarstelling van verandering van geloof af te schaffen en excessen, zoals onmenselijke bestraffing of praktijken, te voorkomen en prioriteit te geven aan alternatieve straffen;
140. ist der Ansicht, dass die Erklärung von Kairo über die Menschenrechte im Islam (1991) und die Arabische Charta der Menschenrechte (1994) teilweise in offenem Widerspruch zu der Allgemeinen Erklärung der Menschenrechte stehen; fordert Rat und Kommission deshalb auf, die Führer der islamischen Welt zu einer Gegenüberstellung ihrer Auffassung von dem islamischen Gesetzen mit dieser Erklärung aufzufordern, um Verbote und Strafandrohung beim Wechsel zu einer anderen Religion auszuräumen und Exzesse wie unmenschliche Bestrafungen und Praktiken zu vermeiden und alternativen Strafen den Vorzug zu geben;

(8) De ten aanzien van de daders in te voeren straffen moeten voldoende streng zijn om mensenhandel op te nemen binnen het toepassingsgebied van instrumenten die reeds zijn goedgekeurd met het oog op de bestrijding van georganiseerde misdaad, zoals Gemeenschappelijk Optreden 98/699/JBZ van de Raad van 3 december 1998 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdaad(5), alsook Gemeenschappelijk Optreden 98/733/JBZ van de Raad van 21 december 1998 inzake de strafbaarstelling van deelneming aan een criminele organisatie in de lidstaten van de Europese Unie(6).
(8) Die Straftaten müssen mit ausreichend schweren Sanktionen geahndet werden, damit der Menschenhandel in den Anwendungsbereich bereits verabschiedeter Rechtsakte zur Bekämpfung der organisierten Kriminalität, wie der Gemeinsamen Maßnahme 98/699/JI des Rates vom 3. Dezember 1998 betreffend Geldwäsche, die Ermittlung, das Einfrieren, die Beschlagnahme und die Einziehung von Tatwerkzeugen und Erträgen aus Straftaten(5) sowie der Gemeinsamen Maßnahme 98/733/JI des Rates vom 21. Dezember 1998 betreffend die Strafbarkeit der Beteiligung an einer kriminellen Vereinigung in den Mitgliedstaaten der Europäischen Union(6), einbezogen werden kann.